Co-creatie is een term die steeds vaker wordt gebruikt in het onderwijs. Maar wat houdt dat nou eigenlijk in? Het is het gezamenlijk creëren van iets nieuws. In dit geval dus lesmateriaal. De gedachte achter co-creatie is dat er betere producten gemaakt kunnen worden door het combineren van de kennis en vaardigheden van verschillende mensen. Dat kan ook goed toegepast worden in het onderwijs. Co-creatie tussen docenten en andere onderwijsprofessionals leidt tot lesmateriaal dat beter aansluit bij de behoeften van de leerlingen en daardoor bijdraagt aan betere leerresultaten.
Hoe werkt co-creatie?
Bij co-creatie werken verschillende partijen samen aan het ontwikkelen van een product of dienst. In het onderwijs betekent co-creatie dat docenten samenwerken met ontwikkelaars van lesmateriaal om het lesmateriaal te verbeteren. Docenten werken dagelijks met leerlingen en hebben daardoor een goed beeld van wat werkt en wat niet werkt. Hierdoor zijn zij waardevolle partners bij het ontwikkelen van lesmateriaal.
Co-creatie in het onderwijs kan op verschillende manieren vormgegeven worden. Zo kunnen docenten bijvoorbeeld meedenken over de inhoud van het lesmateriaal, de opbouw van de lessen en de vormgeving van het lesmateriaal. Ook kunnen docenten het lesmateriaal testen met hun leerlingen en feedback geven aan de hand van hun ervaringen.
Voordelen van co-creatie
Het co-creëren van lesmateriaal biedt mooie voordelen. Ten eerste kunnen docenten hun kennis en ervaring toepassen. Dat leidt tot lesmateriaal dat beter aansluit bij de manier waarop ze het in hun lessen zullen gebruiken. Docenten weten tenslotte wat werkt in de klas en wat niet. Zij werken dagelijks met hun leerlingen en weten daarom wat hun behoeften zijn. Daarnaast zijn docenten experts in hun vakgebied. Wanneer zij hun kennis en vaardigheden delen met andere onderwijsprofessionals ontstaat er een waardevol eindproduct.
Een ander voordeel van co-creatie is dat er meer draagvlak ontstaat voor het lesmateriaal. Docenten voelen zich meer betrokken bij het lesmateriaal wanneer zij hebben meegewerkt aan de ontwikkeling ervan. Dit leidt tot meer motivatie om het lesmateriaal te gebruiken. Ook zien we dat docenten het heel leuk vinden om een bijdrage te kunnen leveren aan het lesmateriaal dat ze uiteindelijk zelf zullen gebruiken. Dat is een erg mooi gegeven.
Praktijkervaring als basis
Docenten hebben, zoals eerder geschetst, dagelijks contact met leerlingen en weten daardoor wat werkt en wat niet werkt in de praktijk. Zij weten bijvoorbeeld welke werkvormen goed werken, welke onderwerpen moeilijk zijn voor leerlingen en welke onderwerpen goed aansluiten bij de interesses van leerlingen.
Docenten hebben praktijkervaring met het gebruik van lesmateriaal. Zij weten bijvoorbeeld welke opdrachten goed werken en welke minder goed werken, welke teksten goed aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen en welke niet. Door samen te werken met docenten kan deze praktijkervaring benut worden bij het ontwikkelen van lesmateriaal, waardoor het materiaal goed aansluit bij de praktijk.
Verschillende perspectieven op onderwijs
Docenten hebben verschillende perspectieven op het onderwijs. Zij hebben bijvoorbeeld ervaring met verschillende onderwijsniveaus, verschillende vakken en verschillende doelgroepen. De samenwerking met docenten zorgt ervoor dat ontwikkelaars van lesmateriaal deze verschillende perspectieven kunnen gebruiken bij het ontwikkelen van lesmateriaal dat aansluit bij verschillende behoeften en wensen.
Leerdoelen
Tot slot hebben docenten kennis van de leerdoelen die gesteld worden aan het onderwijs. Zij weten bijvoorbeeld welke vaardigheden leerlingen moeten beheersen aan het einde van een bepaalde periode en welke kennis zij moeten hebben opgedaan. Door samen te werken met docenten kunnen ontwikkelaars van lesmateriaal deze kennis van leerdoelen nog beter toepassen bij het ontwikkelen van lesmateriaal. Dat zorgt ervoor dat het lesmateriaal voldoet aan alle gestelde leerdoelen.
Ben je enthousiast geworden na het lezen van dit artikel? Neem gerust contact met ons op!